“Ik zou maar voortmaken!” was het beste advies wat de fertiliteitstarts van het OLVG ons op frivole toon kon geven na een aantal onderzoeken naar het naderende einde van mijn vruchtbaarheid. Invriezen, IVF, IUI, ICSI of andere technieken waarbij je de natuur ‘een handje helpt’ hadden geen zin meer bij mij. Ik was gezegend met de genen van mijn moeders kant en alle dames uit haar familie waren al, soms ruim, voor hun veertigste in de overgang gekomen. Daar zit je dan, 36,5 jaar oud, net de man van je leven ontmoet met wie je fris negen maanden verkering hebt. Nou, put the pressure on. Ja, we wilden graag samen kinderen, maar zo snel al? We woonden nog niet eens samen! Ik hoopte dat ik eicellen in kon vriezen of dat dat genetische euvel van mijn vrouwelijke voorouders mij bespaard zou blijven, maar dat was niet het geval. De realiteit was pijnlijk, waar je lichaam normaal gesproken op 36-jarige leeftijd maandelijks zo’n veertien follikels tot rijping brengt, waren er bij mij maar vier, en wie zegt dat daar een dominante follikel tussenzit die goed genoeg is voor de eisprong om daadwerkelijk een nieuw leventje te laten ontspringen? Waren dit dan de left overs van mijn vruchtbaarheid? “De natuurlijke selectie is nog altijd de beste” vertelde de frivole bebrilde arts die mij als hoopje ellende op de stoel tegenover hem zag zitten. Op zo’n moment pak je al het positiefs met beide handen aan, als er dus op de natuurlijke manier een kindje zou ontstaan, dan zou het nog van betere makelij zijn dan een kunstmatig ‘geholpen’ klompje cellen. Met dit nieuws verlieten we het OLVG.
Natuurlijk valt het leven niet te plannen en weet je nooit hoe puntje bij paaltje komt, maar dat je zo plots voor een keuze wordt gesteld om dan maar onmiddellijk de voorbehoedsmiddelen de deur uit te doen terwijl je nog geen jaar in een relatie zit.
Het verdriet was groot, dit was dan misschien wel het einde van de droom om samen een kindje te krijgen. Die garantie is er nooit trouwens, maar dit doet wel pijn. Waar kies je dan voor? Kinderen maak je niet in je eentje en als ik iets niet wil is het iemand het mes op de keel zetten: of we proberen nu zwanger te worden of we nemen nu afscheid van elkaar en ik zoek een nieuwe liefde. Nee, dat gaat niet gebeuren. Mijn liefde voor mijn lief was juist de reden dat ik droomde over een kindje samen, dus wat er ook gebeurde, mijn lief verliezen was erger dan een kinderwens niet in vervulling laten gaan.
Toen na een poosje het nieuws langzaam op ons ingedaald was en mijn lief wist dat ik niet bij hem was omdat hij me mogelijk een kindje kon schenken besloten we dapper de stap te wagen. Voorbehoedsmiddelen waren passé en we zagen wel of er wat van kwam, we gingen er in ieder geval niet voor op de kalender en klok kijken, ovulatietesten doen of andere baby bespoedigende technieken erop loslaten. Als er iets zou groeien, dan zou dat allemaal heel natuurlijk zijn gegaan en dan was het voorbestemd om zo te zijn en niet ‘geholpen’. Uit liefde en niet door ‘timing’.
Als ik nog behoefte had aan meer uitleg over mijn vruchtbaarheidsstaat mocht ik van de frivole arts altijd nog een afspraak maken, hij begreep ook dat het nogal een impact had. Ik liet het een poosje rusten en plande een paar maanden later een nieuwe afspraak. In de tussentijd was het leven gewoon doorgegeven met z’n ups en downs. Een leuke nieuwe baan, samenwonen, er gebeurde genoeg. Natuurlijk lagen de zwangerschapstesten wel in de kast, gekocht bij een drogist in een ander stadsdeel met niemand minder dan oud burgermeester Job Cohen achter mij in de rij. Ik schaamde me een beetje herinnerde ik me, alsof je je eerste pakje condooms koopt als tiener, maar dan een multipack zwangerschapstesten als mid dertiger die de uiterste houdbaarheidsdatum bijna heeft bereikt. En hoe natuurlijk we ook ermee bezig waren, no stress, no pressure, ik deed toch een zwangerschapstest als ik een dag overtijd was. Helaas, geen +’je, maar een -‘nnetje. Geeft niet, we hebben het zo ook goed samen met de kat. Tot de volgende test waar, een half jaar na de bemoedigende woorden van de fertiliteitstarts, zowaar een +’je op het afleesvenster te zien was. Pfoe, echt? Nog maar een test uit het pakje halen. Ook een +’je, dan was het geen foutje. Het was echt waar. Er had een bevruchting plaatsgevonden en het had niet eens zo lang geduurd allemaal. Ik probeerde er zo nuchter mogelijk onder te blijven, want in die eerste prille weken kan er nog een boel misgaan. Maar natuurlijk waren we blij, blij onder voorbehoud. Laten we eerst maar eens die twaalf weken doorkomen. De afspraak bij de frivole arts in het OLVG stond al gepland natuurlijk, maar we konden toen allebei ook niet weten dat ik eigenlijk aan het verkeerde adres was bij hem, want de natuur had zijn werk dus gedaan!
Vrolijk als de arts was mocht ik, ook al was ik pas zeven weken zwanger, een echo ondergaan, en inderdaad, ik was echt zwanger. Veel garanties kun je natuurlijk niet geven bij een zeven weken echo, maar het zag er allemaal goed uit. Omdat ik nu niet meer bij zijn afdeling hoorde promoveerde hij ons via de ‘walk of fame’, zoals hij dat noemde, van Fertiliteit naar de naastgelegen afdeling Verloskunde en we mochten een afspraak maken met de gynaecoloog voor over een aantal weken. Het zwangerschapscircus was nu officieel begonnen en het zou nog een hele poos duren, maar het was dus waar: de wonderen waren de wereld nog niet uit en met die natuurlijke selectie was het dus goed gekomen. Mijn kansen om zwanger te worden waren niet eens in procenten uit te drukken en zie nu eens… Wow! Deze baby is nu al een Wonder Baby.
[foto: @IAMKAT]